Communicatiegroep Dysartrie

Dysartrie
Dysartrie is een spraakstoornis die het gevolg is van een aandoening in het zenuwstelsel. Deze aandoening verstoort de werking van één of meer spieren die bij het spreken betrokken zijn. Bij een dysartrie kan men de woorden en zinnen wel formuleren, maar worden ze niet goed en duidelijk uitgesproken. Ook het ademhalen kan bij een dysartrie bemoeilijkt worden en de stem kan anders klinken.

De communicatie bij mensen met dysartrie is gestoord, omdat ze moeilijk te verstaan zijn. Dit kan komen door een onduidelijke articulatie of uitspraak, een te zachte of hese stem, eentonig of nasaal (door de neus) spreken of een combinatie hiervan. Bij dysartrie ten gevolge van een CVA (Cerebro Vasculair Accident, ook wel beroerte genoemd) is er vaak sprake van een verlamming aan één kant van het aangezicht, waardoor de mimiek verandert. Tevens kan hierdoor speekselverlies optreden.

Communicatiegroep bij dysartrie
Groepsbehandeling bij dysartrie is een goede aanvulling na individuele diagnostiek en behandeling. In de eerste plaats wordt lotgenotencontact als erg belangrijk ervaren. De deelnemers ervaren dat zij niet de enigen zijn met communicatieproblemen, ze kunnen ervaringen uitwisselen en elkaar van feedback voorzien en steunen.

De communicatiegroep is een therapiegroep, waarin deelnemers willen werken in groepsverband aan doelen voor de dagelijkse communicatie, waarbij strategieën voor duidelijke  communicatie worden getraind.

Deze communicatievaardigheden kunnen worden verbeterd, gestabiliseerd of zelfs gegeneraliseerd naar alledaagse spreeksituaties.

Werkwijze
Cliënten met dysartrie worden individueel gezien bij de logopedie. Tijdens de logopedie wordt onderzoek gedaan. Op basis van de uitkomsten van logopedisch onderzoek wordt een behandelplan opgesteld voor de individuele cliënt. Hierbij wordt rekening gehouden met de wensen en (on)mogelijkheden van de cliënt en diens directe omgeving. In dit behandelplan wordt beoordeeld of een cliënt kan deelnemen aan de communicatiegroep. Hierbij wordt gekeken naar de ernst van de dysartrie en de (on)mogelijkheden van de cliënt. Er wordt tevens conform de vastgestelde in- en exclusiecriteria beoordeeld of de cliënt kan deelnemen. Voor elke deelnemer van de groep wordt een communicatieadvies opgesteld.

Deelname aan de communicatiegroep geschiedt voor twaalf weken. In deze twaalf weken wordt een vaststaand draaiboek gevolgd, waarbij de oefeningen kunnen worden aangepast op het niveau van de cliënt. De communicatiegroep verloopt volgens een vaste opbouw: opening communicatiegroep, terugblik op voorgaande bijeenkomst, inleiding op thema, uitvoeren van activiteit en/of bespreken gespreksonderwerp, korte evaluatie met de groep (zijn de persoonlijke doelen voldoende aan bod gekomen?), korte vooruitblik op thema van volgende bijeenkomst. Indien gewenst door cliënt en naasten kan een korte rapportage van het geleerde in een communicatieschrift worden geschreven, zodat omgeving op de hoogte is van wat is gedaan en wat kan worden geoefend in de dagelijkse (spreek-)situatie. Daarna wordt de communicatiegroep afgesloten.

Na twaalf weken worden de doelen geëvalueerd, door middel van herhaling van eerder afgenomen onderzoek en gesprekken met cliënt en diens omgeving. Het behandelplan wordt naar aanleiding van het herhaalde onderzoek zo nodig gewijzigd en opnieuw vastgesteld. De doelen voor de communicatiegroep zullen op deze manier ook worden geëvalueerd (en zo nodig bijgesteld). Bij behalen van de opgestelde doelen, of bij het signaleren dat doelen niet kunnen worden behaald, zal deelname aan de communicatiegroep in overleg met de cliënt en diens omgeving worden beëindigd.

Samenwerking andere disciplines
De logopedist en activiteitenbegeleider hebben tevens een observerende rol. Bijzonderheden uit deze observaties worden met de cliënt en hun naasten besproken. Hieruit kan advisering voor behandeling door andere therapeuten voortvloeien.

Tevens worden adviezen op het vlak van een andere discipline opgepakt tijdens de communicatiegroep, waarbij te denken valt aan transfers, handelingsmogelijkheden of benaderingswijze. Bijzonderheden op deze gebieden zullen met de betrokken disciplines worden besproken.

Verwijzing 
Deelname aan de communicatiegroep kan plaatsvinden na verwijzing van een arts (huisarts, specialist ouderengeneeskunde, neuroloog, geriater).