Communicatiegroep Afasie

Afasie
Verzamelnaam voor alle taalstoornissen die het gevolg zijn van een niet-aangeboren hersenbeschadiging, zoals een herseninfarct of -bloeding. Verschijnselen lopen uiteen van milde woordvindmoeilijkheden tot geen woord meer kunnen uitbrengen. Ook taal begrijpen loopt van geen merkbaar probleem tot zeer ernstige stoornissen. Spreken, begrijpen, lezen en schrijven kunnen bijna onafhankelijk van elkaar in willekeurige mate zijn aangedaan. Dat geldt zelfs voor iemand die verschillende talen beheerst.

Communicatiegroep bij afasie
Groepsbehandeling bij afasie kan een goede aanvulling op individuele behandeling zijn. In de eerste plaats wordt lotgenotencontact als erg belangrijk ervaren. De cliënten met afasie ervaren dat zij niet de enigen zijn met communicatieproblemen, ze kunnen ervaringen uitwisselen en elkaar steunen.

De communicatiegroep is een therapiegroep, waarin nieuwe communicatievaardigheden/

gesprekstechnieken kunnen worden geleerd, verbeterd, gestabiliseerd of zelfs gegeneraliseerd naar alledaagse spreeksituaties. Tevens kan ondersteuning worden geboden, wanneer een communicatiehulpmiddel nodig blijkt en kan het gebruik van een (nieuw) communicatiehulpmiddel gericht worden getraind.

Werkwijze
Cliënten met afasie worden individueel gezien bij de logopedie. Tijdens de logopedie wordt in navolging van de richtlijn ‘monodisciplinaire diagnostiek en behandeling van afasiepatiënten’ onderzoek afgenomen. Op basis van de uitkomsten van logopedisch onderzoek wordt een behandelplan opgesteld voor de individuele cliënt. Hierbij wordt rekening gehouden met de wensen en (on)mogelijkheden van de cliënt en diens directe omgeving.

In dit behandelplan wordt, conform richtlijn ‘monodisciplinaire diagnostiek en behandeling van afasiepatiënten’ beoordeeld of een cliënt kan deelnemen aan de communicatiegroep. Hierbij wordt gekeken naar het type afasie en de (on)mogelijkheden van de cliënt. Uiteraard vindt het onderzoeken naar de mogelijkheden tot deelname in samenspraak met de cliënt en diens naasten plaats.

Deelname aan de communicatiegroep geschiedt voor twaalf weken. In deze twaalf weken wordt een vaststaand draaiboek gevolgd, waarbij de oefeningen kunnen worden aangepast op het niveau van de cliënt. De communicatiegroep verloopt volgens een vaste opbouw: opening communicatiegroep, terugblik op voorgaande bijeenkomst, inleiding op thema, uitvoeren van activiteit en/of bespreken gespreksonderwerp, korte evaluatie met de groep (zijn de persoonlijke doelen voldoende aan bod gekomen?), korte vooruitblik op thema van volgende bijeenkomst. Indien gewenst door cliënt en naasten kan een korte rapportage van het geleerde in een communicatieschrift worden geschreven, zodat omgeving op de hoogte is van wat is gedaan en wat kan worden geoefend in de dagelijkse (spreek-)situatie, afsluiting communicatiegroep.

Na twaalf weken worden de doelen geëvalueerd, door middel van herhaling van eerder afgenomen onderzoek en gesprekken met cliënt en diens omgeving. Het behandelplan wordt naar aanleiding van het herhaalde onderzoek zo nodig gewijzigd en opnieuw vastgesteld. De doelen voor de communicatiegroep zullen op deze manier ook worden geëvalueerd (en zo nodig bijgesteld). Bij behalen van de opgestelde doelen, of bij het signaleren dat doelen niet kunnen worden behaald, zal deelname aan de communicatiegroep in overleg met de cliënt en diens omgeving worden beëindigd.

Samenwerking andere disciplines
De logopedist en activiteitenbegeleider hebben naast de behandelende rol ook  een observerende rol hebben.  Bijzonderheden uit deze observaties worden met de cliënt en hun naasten besproken. Hieruit kan advisering voor behandeling door andere therapeuten voortvloeien.

Tevens worden adviezen op het vlak van andere disciplines opgepakt tijdens de communicatiegroep, waarbij te denken valt aan transfers, handelingsmogelijkheden of benaderingswijze. Bijzonderheden op deze gebieden zullen met de betrokken disciplines worden besproken.

Informatie
Meer informatie over afasie kunt u vinden op de volgende website:

Verwijzing
Deelname aan de communicatiegroep kan plaatsvinden na verwijzing van een arts (huisarts, specialist ouderengeneeskunde, neuroloog, geriater).